Beelddenken is een gave, dit betekent dat je primair denkt met je rechter hersenhelft (zie het hoofdstuk Hersenhelften). Helaas heeft een dominante rechter hersenhelft vaak een zwakkere linker hersenhelft als gevolg. Misschien heb je als beelddenker leerproblemen, last van impulsief gedrag, weinig tijdsbesef, dyslexie enz.
In onze maatschappij hechten we veel waarde aan zaken als taal, geduld, op tijd komen enz. Je kan veel compenseren met je sterke rechter hersenhelft, maar moet ook accepteren dat je nu eenmaal anders denkt en reageert! Enne…. wie bepaalt de norm?
Mogelijke gevolgen van zwakke linker hersenhelft
(dit verschilt per beelddenker):
- Woorden (taal); mogelijk dyslexie
- Nummers, probleem met rekenen; mogelijk dyscalculie
- Slechte planning en weinig tijdsbesef
- Denken vanuit totaalbeeld
- Details over het hoofd zien
- Primair voorkeursdenken
Beelddenken en dyslexie
Beelddenkers zien letters als losse plaatjes. Volgens kleine kinderen: “De letters zijn bijna allemaal hetzelfde want b = d = p = q”. Klanken worden daarom niet op juiste wijze aan deze plaatjes gekoppeld.
Als beelddenkers lezen, slaan ze vaak de woorden zonder beeld over: de, het, dat, hulpwerkwoorden enz. Als ze stil lezen, kunnen ze dus heel snel lezen. Het leesproces komt bij deze leerlingen pas op gang als ze woordbeelden hebben gevisualiseerd. Ook bij beelddenkers met dyslexie.
Moeite met taal? Na de training ‘Ik leer anders’ kan je bijna altijd direct sneller hardop lezen (1 of 2 niveaus) en woorden (dictee) leer je onthouden via woordbeelden.
Beelddenken en dyscalculie
Het inzichtelijk rekenen heeft de afgelopen jaren veel problemen opgeleverd voor de beelddenker in de klas. De opbouw van deze lesstof bestaat uit losse stukjes en niet top-down vanuit een totaalbeeld. Soms wordt gesproken over dyscalculie.
Cijfers zijn abstract, dat maakt rekenen moeilijk. Of beelddenkers blinken juist uit in rekenen, doordat ze het zien als puzzelen!
Veel beelddenkers leren fonetisch (op klank). Vijfentwintig, je hoort eerst de vijf en dan pas de twee. Toch schrijf je 2-5. Vaak schrijven ze eerst de vijf en dan de twee ervoor. Of op jonge leeftijd: 5-2.
Cijfers staan bij beelddenkers vaak niet achter elkaar, het zijn losse plaatjes. 28 klinkt hoger dan 30 (30 is een drie met een nul, drie dus).
Leren rekenen gaat makkelijker met behulp van het cijferveld (totaalbeeld). Tafels kun je automatiseren door visueel op te slaan met deze leermethode. Breuken vermenigvuldigen, delen, optellen of aftrekken, komen aan bod tijdens de training.
Slechte planning en weinig tijdsbesef
Beelddenkers staan bekend om chaos! Werken met visuele planborden, taken afbakenen en de dagindeling helder houden kan de nodige rust opleveren.
Bij beelddenkers draait de interne klok vaak te snel. Daarom worden er onmogelijk veel zaken op een dag gepland. Of worden taken tegelijkertijd uitgevoerd. Dit kan zeer uitputtend zijn. Voor kleine kinderen kan je de tijd visueel maken met bijvoorbeeld een grip-op-de tijd-horloge. Tijdens de training ‘Ik leer anders’ leer je klokkijken.
Beelddenken en topdown leren
Een niet-beelddenker verzamelt informatie en maakt daar een geheel van. Een beelddenker kijkt vanuit een totaalbeeld en bouwt dit niet op vanuit losse deeltjes. Hij is wel in staat om vanuit een geheel terug te beredeneren (omgekeerd leren). In het onderwijs wordt informatie altijd opgebouwd, een bijna onmogelijke opgave voor een beelddenker. Je kunt jezelf aanleren om eerst het totaalbeeld te overzien (bijvoorbeeld eerst de samenvatting lezen voordat je de lessen gaat volgen) om vervolgens terug te beredeneren om de lesstof in de klas te kunnen volgen. Dit noemen we topdown leren. De lesstof vertalen naar beelddenken betekent dus visualiseren en topdown leren.
Details over het hoofd zien
Een beelddenker ziet het totaal en heeft weinig oog voor details. maak daarom gebruik van computers, spelling-check, controle door derden enz.
Primair voorkeursdenken
Direct behoefte willen vervullen (primair voorkeursdenken), heeft impulsief gedrag als gevolg. Daarom is het moeilijk om geduld op te brengen. Soms helpt het om in te spelen op het gevoel. Zelf beelden laten oproepen (visualiseren) van de situatie en de mogelijke (negatieve) gevolgen. In sommige gevallen kan afleiden de oplossing bieden.